Tijger (Panthera Tigris)

De tijger is de koning van de jungle, de meester van de sluipkunst en de krachtpatser tussen het kreupelhout. Met zijn soepele tred en zijn machtige kaken is de tijger het indrukwekkendste dier van het oerwoud. De Siberische tijger is daarbij de grootste levende kat ter wereld. Het is een dier met een zeldzame gratie en schoonheid. De kans dat je deze prachtige superkat in het wild zult tegenkomen is heel klein. Vroeger bestonden er acht ondersoorten van de tijger die allemaal in de wouden leefden in grote delen van Azië.

De vijf ondersoorten die nu nog bestaan zijn alle tot bedreigde dieren verklaard:

  • Bengaalse tijger; dit is de tijger die nu nog het meest voorkomt. Ze leven in India, Bangladesh, Bhutan, China, Myanmar (Birma) en Nepal. De mannetjes worden tweeënhalf tot drie meter lang en ongeveer 200 kilo zwaar. Aantal: 3160 tot ruim 4700.
  • Sumatraanse tijger; dit is de kleinste tijger die nog in leven is. Hij wordt max. 2.70 meter lang en 100 tot 150 kilo zwaar. Ze leven op Sumatra. De andere Indonesische tijgersoorten zijn uitgestorven. Aantal: 400 tot 500 stuks.
  • Indo – Chinese tijger; deze tijger heeft het zwaar te verduren gehad tijdens de oorlog in Vietnam in de jaren zestig. Ze leven in Maleisië, Thailand, Vietnam, China, Laos, Myanmar (Birma) en Cambodja. Aantal: 1000 tot 1850.
  • Siberische tijger; met zijn lengte van vier meter (neus tot staartpunt) en zijn gewicht van 350 kilo is dit de grootste van alle tijgers en dus ook van alle katten. Ze leven in het Amoer – gebied in Rusland en waarschijnlijk komen er ook nog een stuk of tien in Noord Korea voor. Aantal: 445 tot 500. Merendeel van deze tijgers leven in dierentuinen.
  • Zuid Chinese tijger; deze tijger is enorm vervolgd door de Chinese boeren en daardoor zo goed als uitgestorven. Lange tijd werd gedacht dat er nog enkele Chinese tijgers in het wild leefden, maar deze kans is zeer klein. De laatste tijger werd in 1969 in het wild gezien.
  • Javaanse tijger, Kaspische tijger en Balinese tijger: UITGESTORVEN!!!

Strepen:
Een tijger heeft opvallende zwarte strepen. Door dit camouflagekleed valt hij niet op in het bos of in het hoge gras. Aan de tekening rond de kop kunnen onderzoekers elke tijger persoonlijk herkennen.
Tijgers die in koude streken leven, zoals de Siberische tijger, krijgen in de winter een dikkere vacht. Tijgers uit tropische streken hebben een veel kortere en dunnere beharing. Ook zoeken zij vaak het water op om verkoeling te vinden. Snorharen: Een tijger heeft lange, witte snorharen. Die helpen om de weg in het donker te vinden door het struikgewas. Ook gebruiken tijgers hun gevoelige haren bij het liefdesspel. Een tijger is één bonk spieren. Daardoor kan hij een prooi die zwaarder is dan hijzelf tegen de vlakte werken. Vervolgens kan de tijger zijn prooi over honderden meters afstand verslepen als het moet.

Staart:
De staart van een tijger is vrij lang. De staart helpt hem in evenwicht te houden. Ook geeft de tijger (net als de andere katten) signalen met zijn staart. Als hij kwaad is slaat hij ermee heen en weer wat betekent: “En nu wegwezen!”

Rug:
De tijger heeft een zeer soepele rug. Door hem te buigen kan hij zijn achterpoten tot ver voor zijn voorpoten brengen. Hierdoor kan hij supersnel sprinten en atletische sprongen maken, tot wel zes meter ver.

Om de afstand tot een prooi in te schatten draaien tijgers beide ogen naar voren. De pupillen zijn rond net als bij een mens. Dus geen kattenogen. Om beweging aan de zijkanten op te merken, schuiven tijgers beide ogen naar achteren.

Gebit:
Dolkachtige hoektanden om een prooi mee vast te grijpen, puntige knipkiezen om het vlees uiteen te scheuren en zijtanden om eens lekker een botje mee af te schrapen.

Nagels:
Net zoals de huiskat kan de tijger zijn nagels intrekken. Zo beschadigen ze niet bij het lopen. Voor het vangen van een prooi slaat hij zijn scherpe klauwen razendsnel uit. Soms krabt hij eens flink tegen een boom, waardoor een duidelijk spoor achterblijft.

Sociale banden:
Het schijnt dat tijgers geen sociale band hebben. Een familie bestaat meestal uit een moeder met jongen. Toch ziet men ook wel een paartje aan hetzelfde kadaver eten. De mannetjes blijven ook vaak in het territorium van de moeders met jongen en helpen mee ze te beschermen. Af en toe trekken de jongen juist naar de vader toe. In dierentuinen gaat het vaak ook prima om het hele gezin samen te huisvesten. Problemen beginnen meestal pas als de mannelijke jongen zelf volwassen worden en de strijd aangaan met hun vader. Sedert eeuwen worden er allerlei griezelige verhalen verzonnen over de tijger. Bijvoorbeeld dat hij een menseneter zou zijn. In werkelijkheid mijden ze liever ieder menselijk contact en vallen ze alleen aan als er geen uitweg is.

Leefgebied:
In tegenstelling tot de leeuw en de cheeta leeft de tijger bij voorkeur in bossen met een goede dekking. Hij is een eenzame jager die zijn prooi beloert, zich vervolgens op de prooi stort en met een beet in de keel doodt. Aangenomen wordt, dat er maar één op de tien aanvallen succes heeft. Eén enkele tijger heeft per jaar ongeveer 100 grote prooidieren van verschillende soorten nodig. Ook deze prooidieren hebben behoefte aan gezonde voeding, zuiver water en genoeg leefruimte zonder door mensen gestoord te worden. Voor de tijger zijn er steeds minder prooidieren beschikbaar door de voortdurende achteruitgang van onaangetaste natuurgebieden in Azië.

Tiger and cub

Ondanks wereldomvattende beschermingsmaatregelen en het toenemende bewustzijn van het publiek, wordt de tijger nog steeds met uitsterven bedreigd. Stropers maken overal jacht op de tijger omdat de illegale handel in tijgervellen nog steeds hoge winsten oplevert. Verder hebben de tijgers hun koninkrijk verloren omdat veel van de bossen plaats moesten maken voor landbouwgrond. Bovendien zijn de tijgers door de eeuwen heen fel bejaagd. Inmiddels is de jacht in de landen waar tijgers voorkomen streng verboden, maar de stroperij gaat in het geniep nog keihard door. Om de tijgers te kunnen redden moet er zo snel mogelijk een einde komen aan de stroperij en illegale handel.

Jaarlijkse census:
Jaarlijks worden de tijgers in de parken geteld (zgn. census). De aanwezigheid van tijgers wordt vastgesteld aan de hand van hun sporen; pootafdrukken, uitwerpselen en de krabsporen die ze achterlaten. Soms is er een brul te horen en heel af en toe laat een tijger zich zien. Het aantal tijgers dat buiten de parken leeft is moeilijk vast te stellen en deze zijn ook moeilijk te beschermen. Men kijkt nu hoe deze beter te beschermen zijn. Er wordt gedacht van het instellen van zgn. corridors, ofwel veilige gangen tussen de beschermde gebieden, waar zowel roofdieren als prooidieren zich veilig doorheen kunnen bewegen.

SONY DSC

Tijger en jong

Dat de tijger moet blijven, daar zijn we het over eens, maar dan moet er nog heel veel gebeuren. Juist nu moeten we blijven knokken om dit prachtige, betoverende dier te behouden. Niet alleen in dierentuinen maar óók in het wild: in zijn eigen Koninkrijk! NIEUWE FEITEN OVER DE ONDERSOORTEN VAN DE TIJGER? In het boek “How Many Tiger Subspecies” van Andrew Kitchener (o.a. lid van de “cat specialist group” van de IUCN = World Conservation Union) wordt naar voren gebracht dat er waarschijnlijk sprake is van maar drie ondersoorten van de tijger, waarvan er nog maar twee over zijn, de Panthera Tigris Tigris (die voorkomen in India, Indonesië, China en Siberië) en de Panthera Tigris Sondaica (Sumatra, Java, Bali en Borneo). De derde ondersoort Panthera Tigris Virgata (Kaspische tijger), is uitgestorven.

De witte tijger

Witte tijgers werden voor het eerst in het wild gesignaleerd tussen 1556-1605. In deze eeuw werden er ongeveer een dozijn witte tijgers in India gezien. Witte tijgers zijn geen albino’s maar hebben een afwijkend, wit gen. In nesten van “normaal” gekleurde tijgers kunnen ook witte tijgers geboren worden. Deze tijgers hebben in het wild alleen geen kans om te overleven door hun opvallende witte kleur. De eerste witte tijger werd in 1951 gevangen genomen in het Bandavgarh park te India, nadat zijn “normaal” gekleurde moeder, broertjes en zusjes gedood waren. Deze eerste witte tijger in gevangenschap heette Mohan. De meeste witte tijgers in gevangenschap hebben Mohan’s genen. De mensen zijn, ondanks grote kans op gezondheidsproblemen door inteelt, door blijven fokken met witte tijgers. Tegenwoordig zijn er niet alleen witte Bengaalse tijgers, maar ook witte Siberische tijgers in gevangenschap.

 

IMG_9415

IMG_9225

 

Tekst en foto’s Copyright: Babette de Jonge, Wild Cats World.