Afrikaanse Goudkat (Profelis Aurata)

Afrikaanse Goudkat (Profelis Aurata) De Afrikaanse goudkat komt voor in Tropische regenwouden van Centraal-Afrika en in West Afrika. In Kenia leeft een geïsoleerde populatie. In Azië leeft de gelijkende Aziatische goudkat maar de Afrikaanse goudkat is waarschijnlijk meer verwant met de eveneens in Afrika voorkomende Caracal of woestijnlynx.

De Afrikaanse goudkat heeft een voorkeur voor bossen met een dichte ondergroei. Hij komt voor in laaglandregenwoud, maar ook in bamboebossen en mangrovebossen. Via rivierbossen dringen ze zelfs savannes binnen.

De kleur van de vacht varieert al naar gelang de omgeving, maar is meestal roodbruin. Per individu kan de kleur verschillen van geel tot grijs en de vachtkleur kan zelfs veranderen van grijs naar rood en andersom.

Bij alle goudkatten is de achterzijde van de oren zwart en de buiken en de binnenzijde van de ledematen gevlekt. In Centraal-Afrika leven zowel gevlekte als ongevlekte dieren. De vlekken verschillen van kleine ronde vlekjes tot grote rozetten.

De Afrikaanse goudkat is een middelgrote kat, die valt onder de groep “kleine katten”. Het lichaamsgewicht bevindt zich tussen de 5,5 en de 18 kg. Katers zijn net zoals bij de andere katachtigen groter dan de poezen.

Ofschoon de Afrikaanse Goudkat een goede klimmer is, brengt hij de dag voornamelijk rustend op de grond door tussen de planten. Zijn territorium markeert hij met urine aan de voet van bomen en grashalmen.

Hij kan grotere prooidieren aan dan Afrikaanse katten van dezelfde grootte, als de caracal en de serval. Op het menu staan duikers, meerkatten, parelhoenders en klipdassen. Ook eet hij vogels en knaagdieren.

Afrikaanse Goudkat (Profelis Aurata)

De Afrikaanse wilde kat is een solitair dier. Vrouwtjes en mannetjes komen alleen samen om te paren. Na een draagtijd van 10 tot 11 weken brengt het vrouwtje twee of drie jongen ter wereld. Gedurende de eerste weken zijn de jongen blind en hopeloos en blijven veilig in het hol. De jongen wegen ongeveer 200 gram als ze geboren worden. Na twee maanden beginnen ze vast voedsel te eten en ze blijven ongeveer tien maanden in de buurt van hun moeder.

In twaalf landen is de jacht op de Afrikaanse goudkat verboden. Door ontbossing en de jacht op prooidieren als de duikers neemt het aantal wel sterk af. De vacht wordt door Pygmeeën gebruikt om kleding van te maken.

Tekst en foto’s: Babette de Jonge

Website: www.wildcatsmagazine.nl