In het Limburgse Opglabbeek ligt het Natuurhulpcentrum; het grootste
opvangcentrum voor hulpbehoevende wilde dieren in België en aangrenzende
landen. Dit is tevens het enige door Cites erkende opvangcentrum voor
inheemse dieren maar ook voor exoten. Net zoals andere organisaties die succesvol aan de weg timmeren, wordt ook
deze vereniging zowel bejubeld als verguisd. Tijd dus voor WCM om eens
een bezoekje te gaan brengen, met als bijkomende reden uiteraard om de
drie leeuwenwelpen nog te kunnen zien, voordat ze zouden vertrekken
naar hun nieuwe “thuis” in Zuid-Afrika.
Op zaterdag 9 februari jl. kwamen we iets later dan gepland aan in
Opglabbeek. Een nette entree en een aantal vriendelijke medewerkers die
ons de weg naar binnen wezen, zorgden al voor een prettige eerste
indruk. We werden verzocht om nog even plaats te nemen in afwachting van
Sil Janssen. Sil is de oprichter en voorzitter van het Natuurcentrum. Een
enthousiast team bestaande uit 12 personeelsleden, 80 vrijwilligers en
drie dierenartsen staan het gehele jaar, zeven dagen per week, 24 uur
per dag, klaar om hulpbehoevende dieren te helpen waar nodig.
31 jaar geleden werd het Natuurhulpcentrum (toen nog vogelasiel) opgericht en
door de tijd heen is het uitgegroeid tot deze grote en professionele
opvang. In eerste instantie werden met name vogels en andere inheemse
dieren in het centrum opgevangen, maar vandaag de dag worden ze steeds
vaker geconfronteerd met exotische wilde dieren. Slangen, wasberen,
spinnen, apen, leguanen, papegaaien en zelfs leeuwen.
Na kennis gemaakt te hebben met Sil Janssen mochten wij allereerst getuigen
zijn van het overbrengen van de drie leeuwenwelpen van hun
binnenverblijf naar de nieuwe leeuwenkooi, speciaal gebouwd omdat er
steeds vaker aan grote roofdieren opvang verleend moet worden. Lange
tijd heeft het Natuurcentrum dit weten af te houden omdat ze simpelweg
de middelen niet hadden om tijgers en leeuwen op te vangen, maar door
het blijven aandringen door de overheid zijn ze overstag gegaan. Eerder
is er een zwarte beer (Lucky) opgevangen, leeuw Simba, een lynx en nu
dus weer de drie leeuwtjes, Goliath, Simba en Ringo.
De opvang van deze drie leeuwenwelpen heeft het centrum genoodzaakt
om,ondanks eerdere grote investeringen, de accommodatie verder uit te
breiden en een extra kooi te laten bouwen. Maar zo’n kooi kost weer
enorm veel geld dus moeten er weer extra middelen komen. Als je bedenkt
dat het centrum maar 15% subsidie krijgt en de overige 85% van alle
uitgaven dus zelf moet bekostigen, zijn ze genoodzaakt om allerlei
dingen te bedenken om het centrum zoveel mogelijk onder de aandacht te
brengen. Sommige mensen bestempelen dit weer als “mediageil” maar het is
simpelweg de uiterste noodzaak. Geld komt niet uit de lucht vallen en
als je alle dieren het gehele jaar de juiste zorg en huisvesting wil
bieden, moet je gewoon bekendheid krijgen en met die bekendheid komen
sneller giften en (vaste) donateurs. Elk jaar in september zijn er ook
twee opendagen waar iedereen een kijkje kan komen nemen en tegen
betaling worden er ook op andere dagen groepen toegelaten die dan een
rondleiding krijgen door het centrum. Uiteraard kunnen de deuren niet
altijd open blijven want er worden gewonden en angstige dieren
opgevangen die er teveel onder zouden lijden als er constant drukte zou
zijn door bezoekers.
In februari is er verder nog een kids day georganiseerd waarbij kinderen
een rondleiding door het centrum kregen en het feestje werd afgesloten
met pannekoeken en choco. Een leuk idee voor de zomermaanden wat
voor extra inkomsten moet gaan zorgen is het openstellen van een
zogenaamd “fietserscafé”.
De dag na ons bezoek was er een leeuwendag gepland om de donateurs te kans te
geven om de inwijding van de nieuwe kooi door de leeuwenwelpen zelf bij
te wonen. Wij hadden hiervan de generale repetie wat erg leuk was om mee
te maken. De leeuwen lopen normaal los, maar speciaal voor de leeuwendag
moesten ze tussen hekken lopen die tussen binnenverblijf en nieuwe kooi
opgesteld waren. Dit was op zich al nieuw maar dan ook nog met publiek
erbij, nu enkel wij tweeën maar de dag erna met zo’n tweehonderd
bezoekers. Sil vertelde al dat de hekken niet voor de leeuwtjes waren
maar meer voor het publiek, wat meestal het geval is.
Eenmaal in de kooi beland leken de leeuwen het gelijk naar hun zin te hebben.
Het is een mooi verblijf geworden, ruim en met een mooie boomstam voor
de dieren om op te liggen of als uitkijk te gebruiken. Hier maakten ze
geregeld gebruik van en tussendoor kwamen ze vaak bij ons om aandacht
vragen en ze speelden wat met elkaar. Uiteraard hebben we weer de nodige
plaatjes geschoten van het mooie drietal.
Eind november 2007 kreeg het Natuurcentrum van de federale politie leefmilieu
en van de dienst Dierenwelzijn de vraag of ze deze drie leeuwenwelpen
konden opvangen. De welpen werden in een veel te kleine kooi gehouden
bij een Duits circus, dat nu in Lebbeke stond. Simba en Goliath zijn
twee broertjes die geboren werden op 30 mei en Ringo, de kleinste van
het stel, werd in augustus geboren. Van de ouders was geen spoor te
bekennen. In de transportkooi hadden de dieren alvast meer plaats dan in
het deel van de circuswagen dat voor hen en voor nog drie tijgerwelpen
voorbehouden werd. De tijgertjes, die al in training waren bij het
circus, mochten blijven. Gelukkig had de circusdirecteur onder druk van
de politie de leeuwtjes gelijk officieel afgestaan aan het
Natuurhulpcentrum. Ze hoefden dus niet te wachten op een uitspraak van
de rechter om de dieren te herplaatsen.
Uiteraard hadden wij het niet erg gevonden om de rest van de middag bij
de leeuwtjes te vertoeven, maar dat zou voor de lezers van dit artikel
wat minder interessant zijn. Bovendien hebben we de afgelopen tijd
zoveel tegenstrijdige berichten gehoord over dit Natuurhulpcentrum, dat
we het graag met ons eigen ogen wilden zien, dus we namen graag de
uitnodiging van vaste medewerker, Dries Damiaens, aan om ons rond te
leiden in de rest van het opvangcentrum.
Alles wat we tot nu toe gezien hadden zag er prima uit en we kunnen met
aardige kennis van zaken spreken, want WCM heeft in de loop der jaren al
vele opvangcentra bezocht, soms als vrijwilliger maar de meeste tijd als
reporter. Het was niet extreem druk in de opvang, wat vooral met de tijd van het jaar te
maken heeft. Er zaten met name veel apen en vogels en zo ook nog wat
reptielen (leguanen, slangen). Opvallend was de goede hygiëne. Nu
zijn tegenstanders geneigd te zeggen dat alles snel tot in
puntjes schoongemaakt zal zijn voor ons bezoek (of voor een opendag)
maar zo nauwkeurig, alle hoekjes en gaatjes inbegrepen, kan je nooit zo
snel voor elkaar krijgen als je het niet altijd bij houdt. Bovendien was
het duidelijk dat de medewerkers die aanwezig waren, op Sil en Dries na,
niet op de hoogte waren van onze komst.
De binnenkooien van de apen waren uiteraard niet riant maar wel ruim genoeg
als tijdelijke opvang. Buiten waren de verblijven een stuk ruimer voor
apen, (roof)vogels, hertachtigen en nu de nieuwe kooi voor de
roofdieren. Het binnenverblijf van de drie leeuwtjes zag er ook schoon
uit en de ruimte viel zeker niet tegen. Grappig was de aanwezigheid van
een enorme kattenbak waar de leeuwtjes ook daadwerkelijk hun behoeften
in deden. De leeuwtjes mochten, net als de vorige leeuw Simba, ook
regelmatig “los” buiten lopen dus ze hadden genoeg bewegingsvrijheid.
Indrukwekkend zijn de behandelkamer en operatiekamer en
speciale quarantaine afdeling, waar virussen, mogelijk verspreid door de
apen, via een speciaal systeem gelijk naar buiten geloosd worden.
Dierenartsen (o.a. van zoo Antwerpen) komen naar het centrum toe als er
geopereerd moet worden. Dit is geld-en tijdsbesparender gebleken dan
andersom.
Educatie is erg belangrijk voor het natuurhulpcentrum. Speciaal voor een
“educatief moment” is er een ruimte ingericht voor de bezoekers om een
film te bekijken en daarover na te praten. Mede om deze reden worden ook
“gewone” dieren als duiven en kraaien opgevangen. “Als iemand met een
gewonde duif aan de deur staat kan je niet zeggen dat je dit dier niet
aan wil nemen”, aldus Dries Damiaens, “want daar verpest je alles mee”.
Het was erg interessant om te horen op welke manier opgevangen eekhoorns de weg
naar hun vrijheid terug vinden. Hier is echt over nagedacht. Ze worden
allereerst in een klein hok opgevangen om tot rust te komen en/of te
herstellen, dan verhuizen ze geleidelijk aan naar een steeds groter
verblijf. Op het einde van de rit zitten ze in een verblijf dichtbij het
natuurgebied waar het centrum aan grenst, dit wordt open gezet met de
mogelijkheid voor de eekhoorns om in eerste instantie nog terug te keren
en “mee te eten” en als ze er helemaal aan toe zijn, zie je ze niet meer
terug. Missie geslaagd.
Het Natuurhulpcentrum is zoals gezegd een door de overheid erkend centrum,
maar heeft daarbij tevens goeie contacten met de Dierenambulance in het
Nederlandse Limburg, die regelmatig dieren naar hun toe brengt, en ze
kunnen indien nodig altijd aankloppen bij de dierentuin van Antwerpen.
Zeker toen ze net begonnen met opvangen van “onbekende” dieren als
leeuwen hebben ze regelmatig advies gevraagd bij de experts in de zoo.
Ook met Stichting AAP is er goed contact. Veel van de apen die niet snel
elders geplaatst kunnen worden, gaan naar die stichting toe omdat ze
daar meer gelegenheid hebben om de apen langdurig te huisvesten.
Regelmatig komt er (onverwachts) controle langs, waar ze bij het centrum
alleen maar blij mee zijn.
Natuurhulpcentrum Opglabbeek is een tijdelijk adres voor hulpbehoevende
dieren en het is tot op heden goed gelukt om de dieren succesvol te
herplaatsen. Bij leeuw Simba duurde het door omstandigheden wat langer,
maar uiteindelijk is het dier verhuisd naar een leeuwenpark in zijn land
van herkomst, Zuid-Afrika. Lucky, de zwarte beer, kon terecht in een
safaripark te Thoiry en de prachtige civetkat is succesvol in het
wild uitgezet in Afrika.
Alle inheemse dieren worden uiteraard weer teruggeplaatst in het wild. Ook de
drie leeuwenwelpen zullen op maandag 11 februari op het vliegtuig gezet
worden richting Zuid-Afrika. Mooie resultaten als je het mij vraagt.
Uiteraard sneuvelen er ook dieren, wat niet zo raar is bij
opvangcentra, (vogel)asiels en ook bij dierenambulances. Je hebt vaak te
maken met ondervoede, verwaarloosde, zieke of gewonde dieren. Ook helpt
de stress (van het verplaatsen) niet mee aan de algehele conditie van
veel dieren, maar in de meeste gevallen gaat het allemaal goed.
In België is, in tegenstelling tot Nederland, de zgn. “positief lijst” al
van kracht: alleen dieren die daarop voorkomen (zo’n 40 tal) mogen als huisdier
gehouden of verkocht worden. Alle andere zijn verboden. Van bovenaf wordt het bevel gegeven tot in
beslagname van deze exoten. Het Natuurhulpcentrum gaat daarop samen met
de politie naar de eigenaar toe om de dieren in beslag te nemen. Zo’n
actie maakt uiteraard niet populair met alle gevolgen van dien. Het
belangrijkste blijft echter de toestand van de dieren en de naleving van
de positief lijst. Als de papieren alsnog in orde gemaakt kunnen worden,
gebeurt het wel eens dat de dieren terug gaan naar de rechtmatige
eigenaar. Dieren die, door stress of andere omstandigheden, de
verhuizing niet overleven worden altijd als bewijs in de vriezer
bewaard. Volgens Dries was er lange tijd een tweede opvang actief in
Limburg die het niet zo nauw nam met de regels, waardoor de naam van het
Natuurhulpcentrum vaak geschaad werd, als zijnde het bekendste
opvangcentrum in Limburg en Omstreken.
Kortom, al blijft het een moment opname, wij hebben ons bezoek als zeer
positief ervaren. Het is ons duidelijk dat dit Natuurhulpcentrum zeer
goed werk verricht. Iedereen die aan ons oordeel twijfelt of die
het positieve oordeel zelf wil ervaren, raad ik aan eens een opendag te
bezoeken of eens met een groep op bezoek te gaan. Wij vnden het
een leerzame en informatieve middag. Om deze gedachten gelijk in een
goede daad om te zetten zijn we gelijk donateur geworden. Voor meer
informatie kijk op de website www.natuurhulpcentrum.be.
Tekst en foto’s: B. de Jonge/WCM
Foto met leeuwtje: A. Buijen van Weelden
Copyright: Wild Cats Magazine/2008