Zwartvoetkat (Felis Nigripes)

De zwartvoetkat is de kleinste katachtige en komt voor in de drogere streken van Zuid-Afrika. Zoals gezegd is hij nauw verwant aan de woestijnkat (felis Margarita), na de zwartvoetkat de kleinste kattensoort.

De zwartvoetkat heeft een lichtbruine vacht waarover zwarte vlekken en strepen lopen. Over de poten lopen brede, donkere ringen. De voetzolen zijn geheel zwart (vandaar zwartvoetkat!) en behaard. Ook de punt van de dikke, korte staart is zwart. De kop van een zwartvoetkat is klein, breed en rond met een klein neusje en grote oren. Ze leven in open, zandige halfwoestijnen, steppen en savannen van Zuid-Afrika, Botswana en Namibië. De zwartvoetkat heeft een voorkeur voor schaars begroeid land, maar heeft wel struikgewas, graspollen of termieten heuvels nodig om zich achter te verschuilen voor gevaar.

Het is een goede jager. Zijn voedsel bestaat uit kleine zoogdieren als muizen, gerbils en andere knaagdieren, maar ook maakt hij jacht op vogels, hagedissen en insecten. Net als de woestijnkat kan de zwartvoetkat goed leven zonder vocht, want hij haalt zijn vochtbehoefte uit zijn voedsel. De zwartvoetkat is ook een goede graver en weet veel prooien te vangen door ze uit te graven.

Na een draagtijd van 63-68 dagen brengt het vrouwtje 2-3 jongen ter wereld, meestal in de maanden november en december. Het vrouwtje brengt haar jongen, zonder hulp van het mannetje, groot.

De zwartvoetkat is een solitair nachtdier en wordt een paar uur na zonsondergang actief. Zoals de meeste katachtigen staat de zwartvoetkat ook op de lijst van bedreigde diersoorten.